Moeilijk ademen kan ontstaan, omdat je te hoog (op je longtoppen) en soms hoorbaar ademt. De zuurstofvoorziening voor het lichaam is minder efficiënt en het koolzuur uit het bloed kan minder goed verwijderd worden.
Onder de ademhaling verstaan we het proces van inademing en uitademing, waarbij zuurstof wordt opgenomen in het lichaam en waarbij koolstofdioxide wordt afgegeven. Normaal ademen we 6 keer per minuut en zo gebruiken we ongeveer 4 – 6 liter lucht per minuut. Uit de lucht halen we zuurstof en we ademen kooldioxyde (CO²) uit. Eigenlijk ademen we vanzelf. We hoeven daar niets extra voor te doen. Onze adem past zich vanzelf aan aan de fysiologische behoefte van ons lichaam. In rust ademen we normaal rustig, onhoorbaar en onzichtbaar. Dus bijna onmerkbaar.
U hoort te ademen met het middenrif (zie dikke lijn). En deze actie moet u te allen tijde goed handhaven. Door een te dikke buik, spierslapte en minder activiteit wordt deze beweging vaak verwaarloosd met alle gevolgen van dien voor het lichaam, zoals vermoeidheid en het minder functioneren van wezenlijke organen. Het middenrif is een spierplaat, die in rust bolvormig staat (zie tekening). Een krans van spiervezels is vanuit het centrum van het middenrif aan de aanhechtingsplaatsen bevestigd.
Deze aanhechtingsplaatsen zijn de ribben, de borstkas en de wervelkolom. Bij een inademing trekken deze spieren samen en daalt de spierplaat. De koepelvorm wordt dan afgeplat en de ruimte in de borstkas naar onderen vergroot (zie tekening).
Het longweefsel vult deze nieuwgewonnen ruimte en de buitenlucht wordt door de longen ingezogen. Door het dalen van het middenrif worden de buikorganen naar beneden en naar voren geduwd. De buikt staat dan bol.
Bij de uitademing, die vanzelf gaat, verplaatst het middenrif zich weer naar boven en gaat de buik automatisch weer naar binnen. Het actief uitademen dat door sommige longartsen en fysiotherapeuten wordt geadviseerd is dus verkeerd!
Daar een insufficiënte ademhaling, meestal ook gepaard gaat met een verkeerde spreektechniek – bijv. veel te snel praten, met vrijwel geen pauzes, en vaak ook met te droge stembanden – hyperventilatie/een hese stem kan veroorzaken, is behandeling door een logopedist aan te raden.
Hyperventilatie is een manier van ademhalen, waarbij adem en lichamelijke activiteit niet goed op elkaar zijn afgestemd. Meestal wordt er te snel of te diep geademd, waardoor extra kooldioxide (CO²) wordt uitgeademd. Het gevolg is dat de longblaasjes en het bloed te weinig kooldioxide bevatten. Een tekort aan CO² veroorzaakt een sterkere verbinding tussen zuurstof en hemoglobine. Zuurstof wordt daardoor minder goed afgescheiden en de cellen kunnen de zuurstof moeilijker opnemen. Dus: hoe meer men ademt, des te minder zuurstof de cellen van de spieren, hersenen, het hart en andere organen krijgen.
Hyperventilatie kan verschillende gevolgen hebben. Symptomen die vaak genoemd worden zijn: Duizeligheid, tintelingen, ademnood en hartkloppingen. Meestal ervaart men deze symptomen als zeer beangstigend. Hyperventilatie kan optreden als een plotselinge aanval (acute vorm) en als een vrijwel constante manier van ademen (chronische vorm). Hyperventilatie kan zowel bij kinderen als bij volwassenen optreden en komt voor bij vrouwen en mannen.
Hyperventilatie hangt vaak samen met spanningen. Soms is een duidelijk aanwijsbare oorzaak aanwezig, zoals een verkeersongeval of het overlijden van een naaste. Vaak is er echter sprake van gevoelens van onzekerheid en angst en het niet op een effectieve manier omgaan met de eisen, die het leven stelt. Hyperventileren kan ook uitsluitend een verkeerde ademgewoonte zijn, die vaak voorkomt in combinatie met voortdurend door de mond ademen. Ten slotte kunnen hyperventilatieklachten optreden als er te snel en vrijwel zonder pauzes gesproken wordt.
De logopedist overziet bij onderzoek, diagnosestelling en behandeling alle voorwaarden voor het spreken. Zij is daaom goed in staat mensen met hyperventilatieklachten te behandelen. Samen met de cliënt wordt de afwijkende wijze van ademen en alles wat daarmee in verband staat in kaart gebracht en behandeld.
Tijdens de behandeling krijgt de cliënt inzicht in de problemen, dat met hyperventilatieklachten samenhangen en leert deze op te lossen. Er wordt een funcioneel en evenwichtig adempatroon in rust, tijdens spreken en andere lichamelijke inspanning aangeleerd en men leert een aanval van hyperventilatie af te breken. Algemene ontspanningsoefeningen maken deel uit van de behandeling.